Vitaminen en mineralen:

• cholestase of andere vormen van vetmalabsorptie : in combinatie met andere vetoplosbare vitaminen (A, D en E).

Cardiovasculair stelsel:

• antidoot voor de vitamine K-antagonisten: bij INR>5 en verhoogd risico op bloedingen.

• orale toediening wordt niet aanbevolen
• dosis op geleide van de INR.

• Een lagere dosis wordt aanbevolen voor ouderen (grotere gevoeligheid voor het antagonistische effect op de antistolling).  
• De toediening van de vitamine K-antagonist moet worden gestopt.
  • doses van 0,5 tot 1,0 mg vitamine K1, IV of oraal toegediend zijn effectief voor het verlagen van de INR naar < 5,0 in 24 uur bij ouderen.
  • de posologie is afhankelijk van het beoogde resultaat, de INR-waarde en de ernst van de bloeding*.

• geen dosisaanpassing bij nierinsufficiëntie

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

• oudere patiënten zijn over het algemeen gevoeliger voor het antagonistische effect van fytomenadion op de antistolling,
• niet intramusculair toedienen,
• enkel intraveneus te gebruiken indien orale inname onmogelijk is of in afwachting van hospitalisatie bij ernstige bloedingen,

• IV-toediening kan veneuze irritatie of flebitis veroorzaken

Zie Repertorium 14.1.2.4

• paraffine vermindert de opname van vitamine K
• gelijktijdige toediening van anti-epileptica kan de werking van vitamine K1 verminderen.

Zie Repertorium 14.1.2.4

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE

• Het enige antidoot voor vitamine K-antagonisten.
• In geval van vetmalabsorptie, zoals bij cholestase, kan een tekort aan vetoplosbare vitamines optreden. Dit tekort moet worden onderzocht en zo nodig gecorrigeerd.