Ga naar de inhoud
Let op: Om de gebruikerservaring op deze site te verbeteren gebruiken we cookies.
Menu
Login redactie

Formularium Ouderenzorg

Oppervlakkige tromboflebitis

Literatuur geraadpleegd tot: 01/02/2022

  • De behandeling verschilt niet van die van de algemene bevolking.
  • Behandeling van de pijn en het ongemak volstaat in de meeste gevallen: paracetamol, eventueel een lokaal NSAID (of oraal indien geen contra-indicatie).

Behandeling

Geselecteerd

Om de pijn te verlichten en het ongemak te bestrijden, wordt een pijnstiller zoals paracetamol of een NSAID aanbevolen. Voor de NSAID’s is er evidentie van werkzaamheid voor de vermindering van uitbreiding en van het hervalrisico, maar niet voor progressie naar een diepveneuze trombose$​​​​​​​. De voorzorgsmaatregelen voor gebruik van NSAID's bij ouderen blijven ook hier van toepassing.

Selectie
Wij selecteren paracetamol voor het verlichten van de pijn omwille van de gunstige baten-risicoverhouding. 

Geselecteerde geneesmiddelen

Voor de behandeling van oppervlakkige tromboflebitis zou een lokaal NSAID (diclofenac gel overigens geselecteerd) een alternatief kunnen zijn voor een behandeling met paracetamol om de pijn te verlichten; er is geen evidentie van enig ander voordeel (lokale uitbreiding of uitbreiding in de diepte, herval) voor dit lokaal NSAID$​​​​​.

Geselecteerde geneesmiddelen

Niet geselecteerd

We hebben geen bewijzen over het nut om steunkousen te dragen (klasse 1 of 2 indien verdragen) in deze indicatie$​​​​​.

In een meta-analyse bleek fondaparinux werkzaam in geval van oppervlakkige tromboflebitis om het risico op symptomatische veneuze trombo-embolie, uitbreiding van oppervlakkige tromboflebitis en het hervalrisico ervan te verminderen en dit zonder verhoogd bloedingsrisico$​​​​.

Fondaparinux is in België niet geregistreerd voor deze indicatie en uitsluitend voor hospitaalgebruik bestemd.

  • Volgens de praktijkrichtlijn SIGN kan men een behandeling met een LMWH gedurende 30 dagen overwegen bij oppervlakkige flebitis$​​​ op basis van RCT's van twijfelachtige kwaliteit waaruit een vermindering van uitbreiding of van hervalrisico op oppervlakkige tromboflebitis zou blijken, zonder significant effect op de preventie van symptomatische veneuze trombo-embolie$​​​.
  • Belgische experts stellen op basis van consensus voor$​​​, dit zonder referenties te vermelden:
    • Bij oppervlakkige tromboflebitis beperkt tot een varikeuze vene, lokale behandeling tot de symptomen verdwenen zijn.
    • Bij oppervlakkige tromboflebitis ter hoogte van de vena saphena parva of magna: behandeling met een LMWH in curatieve dosis gedurende 10 dagen of met intermediaire doses (50% van de curatieve dosis) gedurende 20 dagen.
    • Bij oppervlakkige tromboflebitis in combinatie met diepveneuze trombose (DVT), behandeling van DVT.
  • Een publicatie uit 2010 raadt een behandeling met een LMWH aan bij proximale oppervlakkige tromboflebitis (aangetoond door echografie), maar niet in geval van beperkte of distale oppervlakkige tromboflebitis$​​​.
  • Rekening houdend met al deze beschouwingen en gezien het gebrek aan evidentie worden LMWH's niet geselecteerd in de indicatie oppervlakkige tromboflebitis.