Palliatieve zorgen:

• galobstructie, galstenen
• leverinsufficiëntie
• buikpijn van onbekende oorsprong
• intestinale obstructie of perforatie, toxisch megacolon
• inflammatoire organische colopathie (colitis ulcerosa, ziekte van Crohn,…)
• fructose-intolerantie

• poeder: 5 tot 10 g op te lossen in water
• oplossing 70%: ½ tot 1 soeplepel
• in te nemen ‘s morgens op de nuchtere maag
• werking: na 1 of 2 dagen

Geen dosisaanpassing.

Een zeer gering percentage van het niet gemetaboliseerde sorbitol wordt uitgescheiden via de nieren. De rest, onder de vorm van CO2, via de uitgeademde lucht.

• vooraleer een oraal laxativum op te starten, dient de mogelijkheid van intestinale obstructie uitgesloten te worden
• voorzichtig toedienen in geval van megacolon door verstoring van de colonmotoriek en bij bedlegerige patiënten (risico van faecaloma).
• in geval van colitis, de inname van geneesmiddelen in nuchtere toestand vermijden en de dosering verlagen.
  

• buikkrampen, flatulentie, diarree
• toename van het risico van dehydratatie met hypernatriëmie en hyperkaliëmie, in het bijzonder bij bejaarden als gevolg van de diarree
• te sterke uitscheiding van gal
  

• door een versnelde intestinale transit kan sorbitol (zoals alle laxativa) de resorptie van gelijktijdig ingenomen geneesmiddelen beïnvloeden
• + kayexalate (polystyreensulfonaat) (via orale en rectale weg): risico van colonnecrose die fataal kan zijn
• + droperidol (antipsychoticum): verhoogd risico van cardiotoxiciteit