Ga naar de inhoud
Let op: Om de gebruikerservaring op deze site te verbeteren gebruiken we cookies.
Menu
Login redactie
Ga naar overzicht geneesmiddelen

Mometason

ATC: R01AD09

Momepax Mometasone EG Mometasone Sandoz Mometasone Teva Nasonex

Klik op de merknaam voor informatie over dit geneesmiddel via het BCFI.

Selecties

Oftalmologie: 

Neus-keel-oren:

Contra-indicaties

  • Lokale onsteking ter hoogte van de neusmucosa, bvb door herpes simplex. 
  • Na een ingreep of trauma ter hoogte van de neus (voordat de mucosa geheeld is).

Zie Repertorium BCFI 17.3.2.3

Posologie

Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.
Toedieningstechniek: Buig het hoofd naar voren, knijp één neusgat dicht en verstuif, weg van het neustussenschot (om lokale ongewenste effecten te vermijden) en snuif goed tijdens de verneveling.
  • De gebruikelijke dosis is 2 puffs per neusgat 1x per dag
    • na enkele weken evalueren en proberen het gebruik af te bouwen,
    • bij allergische rhinitis:
      • als de symptomen onder controle zijn, 1 puff per neusgat 1x per dg (onderhoudsdosis),
      • als de symptomen niet onder controle zijn.  Dosering tijdelijk verhogen tot max. 2 puffs per neusgat, 2x per dag, op geleide van symptomen,
      • duur van de behandeling beperken tot de periode waarin blootstelling aan allergenen plaatsvindt,
      • profylactische behandeling bij voorgeschiedenis van seizoensgebonden allergische rhinitis: de behandeling starten enkele dagen vóór het begin van het pollenseizoen.

Bij nierinsufficiëntie

  • Geen aanpassing nodig bij nierinsufficiëntie.

Voorzorgen

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN
  • Aandacht voor de juiste toedieningstechniek is aangewezen, vooral bij ouderen onder anticoagulantia gezien het verhoogd risico op neusbloedingen.
  • Nasale corticoïden worden het best gecombineerd met neusspoelingen met fysiologisch serum.

Ongewenste effecten

  • Epistaxis en lokale irritatie

Zie Repertorium BCFI 17.3.2.3

Interacties

  • Mometason is een substraat van CYP3A4 (zie Repertorium BCFI: Inleiding: Interacties van geneesmiddelen Tabel Ic. in Inl.6.3.).

Zie Repertorium BCFI 17.3.2.3

Houdbaarheid en bewaring

  • Binnen de twee maanden na eerste gebruik opgebruiken

Motivatie

  • Preparaten die een corticosteroïd of een H1-antihistaminicum bevatten, zijn aangewezen bij allergische rinitis en eosinofiele vasomotorische rinitis (Zie repertorium BCFI 17.3.2.3).
  • Allergische conjunctivitis: Corticosteroïden in neusspray hebben een gunstig effect op de oogsymptomen bij hooikoorts.(Repertorium BCFI 16.2)
  • Nasale corticosteroïden zijn de eerste keuze bij persisterende en matige tot ernstige rhinitis. Toediening van lokaal werkende corticosteroïden is de eerste keuze bij symptomen bij chronische rhinitis​​​​​​​​​​​​. De werking treedt na één tot zeven dagen in​​​​​​​​​​​​. De corticosteroïden verschillen, aan equivalente dosissen, onderling niet in werkzaamheid. 
  • We selecteren mometason in waterige oplossing omwille van de gunstigste prijs voor de aanbevolen dosering.


Feedback

Feedback

Registreer u en blijf op de hoogte

U wil op de hoogte blijven over onze projecten;

het Formularium (Info), de (e)folia, de trasparantiefiches of onze nieuwe projecten ?

Registreer u hier