Ga naar de inhoud
Let op: Om de gebruikerservaring op deze site te verbeteren gebruiken we cookies.
Menu
Login redactie
Ga naar overzicht geneesmiddelen

Diclofenac IM (of IR)

ATC: M01AB05

Cataflam Diclofenac Apotex Diclofenac EG Diclofenac Sandoz Motifene Voltaren

Klik op de merknaam voor informatie over dit geneesmiddel via het BCFI.

Selecties

Urogenitaal stelsel :

Contra-indicaties

  • antecedenten van astma, bronchospasme, rhinitis of urticaria door gebruik van acetylsalicylzuur of een NSAID
  • actief gastroduodenaal ulcus en elk ulceratief duodenumletsel
  • ernstige nierinsufficiëntie

​Zie Repertorium BCFI 9.1.1

Posologie

Intramusculaire of rectale toediening is eerste keuze omdat nausea te vaak voorkomt bij orale toediening.
  • 1 ampul (75 mg) diep intramusculair indien nodig éénmaal herhalen na enkele uren (1 ampul in elke bil).
  • de maximale dosis is 150 mg per dag.
  • als alternatief kan de injectie (75 mg) worden vervangen door de rectale vorm (100 mg) ook tot een maximale dagdosis van 150 mg.

Bij nierinsufficiëntie

  • Voorzichtigheid is geboden bij lichte tot matige nierinsufficiëntie.
  • Gecontra-indiceerd bij ernstige nierinsufficiëntie.
Creatinineklaring (ml/min) Dosis
  < 90 ml/min   Voorzichtigheid geboden
  < 30 ml/min   Gecontra-indiceerd

 

Voorzorgen

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • maatregelen nemen om het maagdarmkanaal te beschermen (associëren met een PPI),
  • voorzichtigheid is geboden bij arteriële hypertensie of bekende cardiovasculaire aandoeningen,
  • voorzichtigheid is geboden bij aanwezigheid van bekende nierinsufficiëntie en bij patiënten met risico op het ontwikkelen van nierinsufficiëntie (bijv. polymedicatie, multimorbiditeit, hittegolf, etc.),
  • diclofenac is alleen geïndiceerd bij een acute pathologie.

Ongewenste effecten

  • gastro-intestinaal: occult bloedverlies, soms gepaard gaande met bloedingen of perforaties ten gevolge van gastroduodenaal ulcus; gastro-intestinale klachten zoals nausea, braken, diarree...
  • nieren: water- en zoutretentie, vermindering van de nierfunctie met nierinsufficiëntie, oedeem, verhoogde bloeddruk en optreden of verergering van hartfalen als mogelijke gevolgen
  • centraal zenuwstelsel: hoofdpijn, duizeligheid
  • overgevoeligheidsreacties zoals bronchospasmus, rash, Quincke oedeem

Interacties

De risico’s zijn beperkt uitgaande van de aanbevolen korte behandelingsduur.

+ andere niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen: geen onderlinge associatie van 2 of meerdere NSAID’s (acetylsalicylzuur in lage dosis voor cardiovasculaire preventie en coxibs inbegrepen): verhoogd risico van ongewenste effecten

+ anticoagulantia, bloedplaatjes-antiaggregerende middelen: verhoogd risico van bloedingen

+ antihypertensiva: vermindering van de antihypertensieve werking

+ corticosteroïden, SSRI en venlafaxine: verhoogd risico van gastro-intestinale bloedingen

+ diuretica: vermindering van het diuretisch effect

+ diuretica, ACE-inhibitoren, sartanen: risicoverhoging nierinsufficiëntie

+ ciclosporine, tacrolimus: verhoogd risico van nefrotoxiciteit

+ lithium, methotrexaat: vermindering van de excretie, verhoging van de plasmaconcentratie en dus verhoogd risico van toxiciteit

+ chinolonen: verhoogd risico van convulsies

+ $: verhoogd risico van hyperkaliëmie

+ digoxine en sommige anti-aritmica zoals sotalol en flecaïnide: verhoogd risico van overdosering door verminderde renale eliminatie

​Zie Repertorium BCFI 9.1.1

Motivatie

  • NSAID's en morfine hebben een bewezen gunstig effect op pijn.
  • NSAID's zijn de eerste keuze vanwege hun gunstigere bijwerkingenprofiel; maagbescherming wordt aanbevolen bij patiënten met een hoog risico.
  • Morfine moet worden gereserveerd voor refractaire patiënten of patiënten met contra-indicaties voor NSAID's.

 

 

 

 

 

 



Feedback

Feedback

Registreer u en blijf op de hoogte

U wil op de hoogte blijven over onze projecten;

het Formularium (Info), de (e)folia, de trasparantiefiches of onze nieuwe projecten ?

Registreer u hier