Ga naar de inhoud
Let op: Om de gebruikerservaring op deze site te verbeteren gebruiken we cookies.
Menu
Login redactie
Ga naar overzicht geneesmiddelen

Fenoterol + ipratropium

ATC: R03AL01

Duovent

Klik op de merknaam voor informatie over dit geneesmiddel via het BCFI.

Selecties

Ademhalingsstelsel:


Posologie

Ouderen zijn gevoeliger aan anticholinergische effecten en een dosisvermindering kan aangewezen zijn.

  • verneveloplossing (unidose: ipratropium 0,5 mg + fenoterol 1,25 mg) 
    • (zo nodig) : tot 4 x p.d. 1 ampul 
  • dosisaerosol (1 dosis=1puff: ipratropium 20 µg + fenoterol 50 µg) 
    • (zo nodig): 3 à 4 x p.d. 1 à 2 doses

* gedurende 10 sec goed schudden vóór gebruik.  Bij oudere patiënten met synchronisatieproblemen wordt een voorzetkamer geadviseerd.  Het toevoegen van een voorzetkamer heeft het voordeel dat minder synchronisatie vereist is tussen het ogenblik van vrijstelling van de dosis en dat van inhalatie.  

Bij ouderen is herhaalde evaluatie van de inhalatietechniek wenselijk, 

Bij nierinsufficiëntie

  • geen dosisaanpassing nodig

Voorzorgen

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Het is belangrijk dat er zo weinig mogelijk contact is van de ogen met bronchodilatoren: risico van pupilverwijding, verhoogde oogdruk,…
  • Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met: 
    • instabiel cardiovasculair lijden (bv. recent myocardinfarct, levensbedreigende hartaritmieën, ernstig hartfalen) ,
    • hyperthyroïdie
    • moeilijk te controleren diabetes (extra glycemiecontroles  bij hoge dosissen)
    • verhoogde gevoeligheid voor geslotenhoekglaucoom,
    • prostaathypertrofie
    • een reeds bestaande obstructie van de urinewegen.
  • Alert zijn voor het verhoogd risico op hyperkalïemie.

 

 

Ongewenste effecten

  • eigen aan β 2 -mimetica: risico van tremoren van de skeletspieren (meestal van de handen), nervositas, hoofdpijn, hypokaliëmie en cardiale stimulatie bij hoge doses
  • eigen aan anticholinergica: risico van hoofdpijn, nausea, droge mond
  • eigen aan bronchusverwijders in inhalatievorm: hoest, paradoxale bronchoconstrictie

Zie ​Repertorium BCFI 4.1.3

Interacties

+ β-blokkers (oogdruppels inbegrepen): vermindering van het effect van de associatie ipratropium + fenoterol, met risico van bronchospasme

+ geneesmiddelen met hypokaliëmerende werking (zie $ ): verhoogd risico van hypokaliëmie; voorzichtigheid is geboden bij gelijktijdig gebruik van digoxine, geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie QT-verlenging en torsades de pointes), geneesmiddelen die bradycardie veroorzaken.

Zie ​Repertorium BCFI 4.1.3

Motivatie

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE

  • Acute COPD-exacerbatie : De meeste richtlijnen zijn het erover eens dat beide producten samen gebruikt kunnen worden om hun effect te vergroten​​​​​​​.
  • COPD-Symptomatische behandeling:
    • De combinatie van een kortwerkend anticholinergicum met een kortwerkend β2-mimeticum kan een alternatief zijn indien één kortwerkende bronchodilator ontoereikend zijn​​​​​​​​​​​​​​.
    • De keuze voor een vaste associatie valt eveneens te overwegen voor wie chronisch beide producten naast elkaar gebruikt en daar baat bij ondervindt​​​​​​​​​​​​​​.

Op de Belgische markt is enkel de combinatie 'fenoterol+ipratropium' als doseeraerosol beschikbaar.



Feedback

Feedback

Registreer u en blijf op de hoogte

U wil op de hoogte blijven over onze projecten;

het Formularium (Info), de (e)folia, de trasparantiefiches of onze nieuwe projecten ?

Registreer u hier