Ga naar de inhoud
Let op: Om de gebruikerservaring op deze site te verbeteren gebruiken we cookies.
Menu
Login redactie

Formularium Ouderenzorg

Acute gastro-enteritis

Literatuur geraadpleegd tot: 02/02/2021

  • De behandeling moet in de eerste plaats gericht zijn op de preventie en de correctie van de dehydratatie (versterkte hydratatie, orale rehydratiezouten, zelfs hypodermoclyse of ziekenhuisopname in de meest ernstige gevallen).
  • De naleving van strikte hygiënemaatregelen is essentieel, zeker in geval van een epidemie.
  • Behandeling met antibiotica blijft beperkt tot patiënten met het dysenteriesyndroom of risicopatiënten (immunosuppressie,..).
  • Als behandeling met antibiotica wordt overwogen, moet altijd vooraf een coprocultuurmonster worden afgenomen.  Indien nodig kan de behandeling nadien aangepast worden op basis van de kweek en het antibiogram.
  • In België is Campylobacter steeds vaker de verantwoordelijke kiem voor het dysenterie syndroom; daarom wordt azithromycine als eerste keuze geselecteerd.  Er wordt aanbevolen empirisch te starten in afwachting van het resultaat van de coprocultuur.

 

Behandeling

Geselecteerd

De Amerikaanse Centers for Disease Control brachten een aantal richtlijnen uit$​​​​​​ die wijzen op de noodzaak van:

  • Een strikte handhygiëne (wassen met zeep, minstens 20 seconden spoelen met stromend water en ontsmetten met alcohol).
  • In afzondering plaatsen van besmette personen (tot 24 à 48 u na het verdwijnen van de symptomen) en de mogelijk besmette personeelsleden (tot 48 à 72 u na het verdwijnen van de symptomen).
  • Voedselhygiëne vooral bij vooraf bereide maaltijden.
  • Schoonmaken en ontsmetten van werkmaterialen en -oppervlakken.

 

Bij een epidemie in een (zorg)instelling moeten er nog strengere maatregelen worden genomen, zoals bijvoorbeeld die beschreven in een Schotse praktijkrichtlijn over gastro-enteritis door norovirus​$​​:

  • Isoleren van de besmette personen en sluiting van de dienst voor opnames en transfers.
  • Gedetailleerd informatie (situatie, overdracht...) aan het personeel met verwijdering van geïnfecteerde personeelsleden.
  • Informatie aan bewoners en bezoekers.
  • Continu toezicht op de evolutie van de besmette personen (onder meer uitdroging).
  • Gebruik van het noodzakelijke beschermingsmateriaal (handschoenen, maskers bij risico op contaminatie door speekseldruppels of overdracht via de lucht).
  • Strikte handhygiëne.
  • Voorzorgsmaatregelen voor de omgeving: elk voedingsmiddel verwijderen, verbod voor het personeel om op deze plaatsen te eten of te drinken, lokalen met water schoonmaken en ontsmetten.
  • Gebruik van persoonlijk materiaal per patiënt en onmiddellijke decontaminatie van gebruikt materiaal.
  • Decontaminatie van oppervlakten bevuild door braaksel of ontlasting van besmette personen.

Orale rehydratie is primordiaal en soms levensreddend$​​​​​$​​​​.  De toediening van 1.600 ml vloeistof per dag wordt als een minimum beschouwd$​​​​.
Een magistrale bereiding van orale rehydratiezouten (deze is niet duur en kan vrij lang bewaard worden) is een keuze die voldoet aan de aanbevelingen van de WGO$​​​​.

Geselecteerde geneesmiddelen

Volgens BAPCOC zijn antibiotica geïndiceerd bij:

  • dysenteriesyndroom (diarree met koorts, bloederige stoelgang en/of belangrijke aantasting van de algemene toestand) (GRADE 2C)
  • risico patiënten,immunogecompromitteerd  (oncologisch, immunotherapie, …)

Azithromycine (een macrolide) gedurende 3 dagen wordt aanbevolen.  BAPCOC adviseert om vóór de start met azithromycine een coprocultuurmonster te nemen zodat de de behandeling op basis van kweek en antibiogram, indien nodig,  kan aangepast worden$​​​​​​​​,

Het dysenteriesyndroom wordt in België steeds vaker veroorzaakt door Campylobacter. Aangezien Campylobacter steeds meer resistent wordt tegen chinolonen, wordt azithromycine de eerste keuze.

Posologie (volgens BAPCOC): 

  • Azithromycine oraal:
    • volwassene 500 mg per dag gedurende 3 dagen
                (Te starten na afname van een stoelgangsstaal voor etiologische diagnose en eventuele aanpassing van de
                 therapie aan de etiologie).

 

Geselecteerde geneesmiddelen

Bij een septisch beeld, ernstige aantasting van de algemene toestand en bloederige diarree dient men de patiënt te hospitaliseren (GRADE 1C volgens BAPCOC).

  • De subcutane toediening van een oplossing (hypodermoclyse) is een optie bij matige dehydratatie en als orale rehydratie niet mogelijk is.
  • Deze techniek is vrij eenvoudig en gemakkelijk uitvoerbaar bij ouderen buiten het ziekenhuis. De meest gebruikte en best aangepaste oplossingen voor infusie zijn de isotonische zoutoplossing (NaCl 0,9%) en de glucoseoplossing à 2,5% met toevoeging van 4,5 g NaCl per liter. Hypodermoclyse wordt bij voorkeur uitgevoerd met een soepele katheter in plaats van een metalen naald. Als meest geschikte injectieplaatsen geeft men de voorkeur aan de zijkant van het abdomen, de thorax of de dijen. Het maximum infusievolume over 24 uur is 1.500 ml per injectieplaats.
  • De voornaamste contra-indicatie is de aanwezigheid van hemostasestoornissen$​​​.

Niet geselecteerd

Het nut van loperamide werd vooral bestudeerd bij voor de rest gezonde en relatief jonge patiënten, voor niet-dysenterische diarree. De gunstige resultaten van deze studies (vermindering van stoelgangfrequentie, kortere duur van diarree-episode) kunnen niet geëxtrapoleerd worden naar oudere patiënten, vooral in geval van comorbiditeit$​.