Ga naar de inhoud
Let op: Om de gebruikerservaring op deze site te verbeteren gebruiken we cookies.
Menu
Login redactie

Formularium Ouderenzorg

Obstipatie

Literatuur geraadpleegd tot: 07/03/2022

  • Obstipatie treedt zeer frequent op bij ouderen en heeft verscheidene oorzaken. Vaak wordt obstipatie door medicatiegebruik uitgelokt vandaar het belang van een medicatiebeoordeling.  Er wordt voorgesteld om, indien mogelijk, te stoppen met medicijnen die kunnen bijdragen tot obstipatie zoals morfine, ontstekingsremmers (waaronder acetylsalicylzuur), ijzer, anticholinergica, antipsychotica, vele antidepressiva, calciumpreparaten en calciumantagonisten.
  • Als de symptomen wijzen op een onderliggende pathologie, moet een colonoscopie worden uitgevoerd.
  • Etiologische behandeling, voldoende vocht- en vezelinname en indien mogelijk, voldoende lichaamsbeweging zijn de aan te bevelen niet-medicamenteuze maatregelen.
  • Wanneer een medicamenteuze behandeling aangewezen is, zijn osmotische laxativa doeltreffend en het best onderbouwd.  Macrogol wordt geselecteerd als eerste keuze. 
  • Indien osmotische laxativa onvoldoende werken, kunnen contactlaxativa gebruikt worden, in dit geval wordt bisacodyl geselecteerd.  
  • Een emolliens voor rectaal gebruik (glycerol + natriumducosaat) heeft een plaats bij faecale impactie.  Een lavement met lauw kraantjeswater (1,5 l) kan een alternatief zijn,  dit is goedkoop en veroorzaakt geen ongewenste effecten.
  • Zwelmiddelen (ispaghula of psyllium) verhogen het volume van de feces en stimuleren de motorische activiteit van het colon; ze dienen met veel water te worden ingenomen;  Het bewijs voor hun werkzaamheid is zwak en de beschikbare studies zijn van korte duur.  Bij gebruik bij ouderen zijn gevallen van slokdarm- en darmobstructie waargenomen.  Bij fecale impactie zijn zwelmiddelen niet geïndiceerd.  Deze middelen zijn ook relatief duur.  Ze worden niet geselecteerd.
  • Vloeibare paraffine, een verwekend middel, moet worden vermeden bij ouderen aangezien paraffine ernstige (maar zeldzame) lipoïdpneumonie kan veroorzaken.

Behandeling

Geselecteerd

  • Een oorzakelijke aanpak primeert, voor zover er (vermijdbare) oorzaken zijn aan te duiden. 
  • Sommige aandoeningen zoals bv. ziekte van Parkinson, hypothyreoïdie, dementie, diabetes e.a. kunnen met obstipatie gepaard gaan$​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​. Daarnaast kunnen verschillende geneesmiddelen obstipatie in de hand werken: opioïden, anti-inflammatoire farmaca (acetylsalicylzuur inbegrepen), ijzer, anticholinergica, antipsychotica$​​, calciumpreparaten, calciumantagonisten$​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​$​​.

Plots begin, bloedverlies, gewichtsverlies, anemie, … zijn alarmsymptomen die een coloscopie wettigen$​​​​​. Ook braken, buikpijn of afwezigheid van flatus zijn symptomen die aan ernstige onderliggende pathologie doen denken$​​.

Volgende maatregelen worden algemeen aangeraden hoewel er voor geen enkele ervan sluitende bewijzen terug te vinden zijn die het gunstig effect ervan bij geobstipeerde personen kunnen aantonen$​​​​​​​$​​​​​​​.

  • Waar nodig en indien mogelijk moet de mobiliteit gestimuleerd worden.
  • Vochttoediening moet geoptimaliseerd worden (minstens 1,5 tot 2 liter per dag), hoewel er geen bewijs is geleverd dat meer vochtinname de darmfunctie verbetert$​​​​​​​$​​​​​​​.
  • Vezelrijke voeding (minstens 25 tot 30 g vezels per dag) kan worden aangeboden (op voorwaarde dat er effectief een voldoende vochtinname is)$​​​​​​​. Dit is echter een grote hoeveelheid en is mogelijk niet haalbaar bij een oudere populatie. De hulp van een diëtist(e) zal nodig zijn$​​​​​​​.
  • Extra vezels toedienen is een optie. De voorkeur gaat uit naar oplosbare (fermenteerbare) vezels$​​​​. Er moet een voldoende vochtinname zijn, daar vezels zonder vocht obstructie kunnen veroorzaken.

  • Van de osmotische laxativa (macrogol bevattende preparaten, lactulose, sorbitol, lactitol) is de werkzaamheid aangetoond$​​​​​​​​​​​​​​$​​.  Ze zijn het meest bestudeerd.
  • De macrogolpreparaten, waarover vrij veel onderzoek is uitgevoerd zijn even effectief als lactulose en vertonen vergelijkbare ongewenste effecten$$​.
  • Lactulose is werkzaam na 24 tot 48 uur; macrogolpreparaten na 48 tot 96 uur$​​​​​​​.
  • Flatulentie en meteorisme zijn de meest storende ongewenste effecten.
  • Het aspect kostprijs is, gezien het vaak zeer langdurig gebruik, belangrijk$​​​​​​​​​​​​​​. 

Geselecteerde geneesmiddelen

Indien bij chronische obstipatie osmotische laxativa niet volstaan kunnen, binnen de groep van de contactlaxativa, de difenylmetaanderivaten in aanmerking komen. Ook voor het gebruik van deze geneesmiddelen is de beschikbare evidentie gering$​​​​​​​​​​​.

Werkzaamheid
Van bisacodyl is de werkzaamheid bij chronische obstipatie aangetoond$​​​​​​​​​​​$. Chronisch gebruik echter is uit den boze$​​​​​​​​​​​. Natriumpicosulfaat is zeer nauw verwant aan bisacodyl (heeft dezelfde actieve metaboliet) en is iets duurder$​​​​​​​​​​​. Het bestaat wel in druppelvorm. Ook bij dit product is langdurig gebruik ongewenst$​​​. Deze middelen zijn werkzaam na 6 tot 12 uur$​​​.

Veiligheid
De mogelijke ongewenste effecten van de difenylmetaanderivaten zijn vooral bij ouderen en bij langdurig gebruik, niet gering. Naast het optreden van krampen en spierzwakte kan ook diarree voorkomen met het risico van dehydratie. Elektrolytenstoornissen, meer in het bijzonder hyponatriëmie en hypokaliëmie, zijn, zeker in combinatie met diuretica, een reëel gevaar$​​​​​​​​​​​. Chronisch gebruik is daarom af te raden$​​​​.

 

Geselecteerde geneesmiddelen

Werkzaamheid

Er is voor deze middelen slechts zeer geringe bewijs van werkzaamheid beschikbaar$​​​​$​​​. 

Veiligheid
Er is een risico van rectale beschadiging of zelfs rectumperforatie.

Conclusie

Omwille van beperkt bewijs van werkzaamheid en veiligheidsrisico's moet het gebruik van deze middelen occasioneel blijven. Ze kunnen een plaats hebben bij de behandeling van fecale impactie (na $) of als voorbereiding van een technisch onderzoek (rectoscopie)$​​​​.

Geselecteerde geneesmiddelen

  • Grote lavementen met bvb. 1,5 liter lauw water zijn in sommige gevallen van bemoeilijkte uitdrijving of bij geassocieerde overloopdiarree en -incontinentie (bvb. bij neurologische oorzaken van obstipatie/incontinentie) aangewezen. 
  • Een lavement met lauw kraantjeswater (1,5 l) kan een alternatief zijn,  dit is goedkoop en veroorzaakt geen ongewenste effecten. (zie Folia januari 2003).

Niet geselecteerd

Antrachinonderivaten (o.a. senna) worden niet geselecteerd omdat ze niet bewezen werkzaam en duurder zijn dan de difenylmethanen (bisacodyl en natriumpicosulfaat).

Zwelmiddelen (ispagula of psyllium, sterculia) verhogen de stoelgangfrequentie, op voorwaarde dat er voldoende vochtinname is. Het bewijsmateriaal hiervoor is schaars en de beschikbare studies zijn kortlopend. Er zijn meldingen van slokdarm- en colonobstructie bij gebruik van zwelmiddelen bij ouderen. Ze zijn te mijden in geval van fecalomen$​​. Deze middelen zijn eveneens vrij duur. Ze worden niet geselecteerd.

Probiotica bevattende voedingsmiddelen hebben geen invloed op de stoelgangsgewoontes$​​​​​​​.
Op basis van de beschikbare evidentie kan geen plaats gegeven worden aan prebiotica, probiotica of synbiotica in de behandeling van chronische idiopathische obstipatie$​​​.

Werkzaamheid
Van prucalopride, dat de intestinale motiliteit stimuleert, is enkel bij vrouwen, op basis van post hoc subgroep analyse, een significante werkzaamheid aangetoond als symptomatische behandeling van chronische obstipatie. De studies liepen niet langer dan 12 weken, een korte termijn voor de behandeling van een chronische aandoening. Vergelijkend onderzoek met gebruikelijke laxativa is afwezig$​​​​​​​​. In een fase III-studie, over 12 weken, uitgevoerd bij mannen met chronische constipatie, scoorde prucalopride een beetje dan placebo. Meerdere auteurs hadden banden met de producent van het middel$​​​​$.

Aanbevelingen en conclusie
NHS adviseert om dit geneesmiddel slechts in overweging te nemen indien minstens twee andere laxativa, toegediend aan een optimale dosering gedurende minstens 6 maanden, onvoldoende effect zouden geven$​​​​.

Dit dure middel wordt niet geselecteerd.

Methylnaltrexon wordt voorgesteld voor opioïd-geïnduceerde obstipatie. Dit dure, subcutaan toegediend middel is op korte termijn effectief$​​​​​. Het is enkel onderzocht in vergelijking met placebo$​, er is geen vergelijkend onderzoek met klassieke laxativa. De langetermijneffecten zijn niet goed gekend$​​​​​. Er is mogelijk een plaats in de palliatieve setting. Het advies van specialisten is noodzakelijk.

Glycerine als suppositorium wordt best vermeden, wegens kans op anale irritatie, lekken of verstoren van de defecatiereflex$​​.

Te vermijden

Vloeibare paraffine, een emolliëns, moet vermeden worden wegens een zeldzaam risico van een zeer ernstige lipoïd(slik)pneumonie$​​​​.