Ga naar de inhoud
Let op: Om de gebruikerservaring op deze site te verbeteren gebruiken we cookies.
Menu
Login redactie

Formularium Ouderenzorg

Inspanningsincontinentie

Literatuur geraadpleegd tot: 07/03/2022

  • Bij urine-incontinentie moet routinematig worden nagegaan of de oorzaak geneesmiddel-gerelateerd is.
  • Gewichtsverlies lijkt doeltreffend te zijn bij obese patiënten.
  • Andere algemene maatregelen kunnen worden voorgesteld: beperken van de vochtinname, behandeling van constipatie en rookstop (=advies van deskundigen - beschikbaar bewijsmateriaal is schaars of ontbreekt).
  • Bij stressincontinentie zijn ‘bekkenbodemoefeningen’ de basis van de aanpak.
  • Medicatie heeft een heel beperkte werkzaamheid.  Daarenboven geeft ze frequent ongewenste effecten (Repertorium BCFI 7.1).

 

  • Het Formularium ouderenzorg benadrukt het belang van een medicatiebeoordeling en stelt voor om, indien mogelijk, te stoppen met medicijnen die kunnen bijdragen tot mictieklachten.
  • De enige geselecteerde aanpak van stressincontinentie bij ouderen is van niet-medicamenteuze aard:
    • Bekkenbodemspieroefeningen zijn de basis van de aanpak.
    • Daarnaast kunnen er ook algemene maatregelen in acht genomen worden zoals gewichtsverlies bij obesitas, vochtbeperking, behandeling van constipatie en rookstop.
    • Als conservatieve therapie faalt, kan chirurgische behandeling worden overwogen.  Dit is een taak voor de tweede lijn. 
  • De werkzaamheid van duloxetine is heel beperkt en de risico's zijn hoger dan de mogelijke voordelen.  Duloxetine wordt dus niet geselecteerd.  

 

Behandeling

Geselecteerd

  • Een epidemiologisch onderzoek bij oudere patiënten die hun arts raadpleegden omwille van urine-incontinentie toont aan dat deze heel vaak (60,5%) geneesmiddelen voorgeschreven kregen die mogelijk bijdragen tot urinaire klachten. Het ging voornamelijk over calciumantagonisten (21,8%), benzodiazepines (17,4%), andere psychofarmaca (antidepressiva, antipsychotica, narcotica) (16,4%), ACE-inhibitoren (14,4%) en oestrogenen (12,8%)$​​​​​​​​​​​. Ook diuretica en vooral lisdiuretica, α1-blokkers, cholinesterase-inhibitoren en anticholinergica kunnen incontinentie veroorzaken of doen toenemen$​​​​​​​​​​​.
  • In de WHI-studie leidt hormonale substitutietherapie (HST) tijdens de menopauze tot een significant verhoogd risico op optreden of verergering van urine-incontinentie ten opzichte van placebo$​​​​.
  • ​In een multivariaatanalyse waarbij gecorrigeerd werd voor leeftijd, geslacht, polyfarmacie en multimorbiditeit, ging enkel polyfarmacie (≥ 5 geneesmiddelen) gepaard met een verhoogd incontinentierisico (adjusted OR 4,9; 95% BI van 3,1 - 7,9)$​​​​​​​​​​​.

Conclusie
Wij bevelen aan om de medicatielijst na te kijken, zeker bij polyfarmacie.

Bij klachten van inspanningsincontinentie bij vrouwen wordt aanbevolen om bekkenbodemrevalidatie te starten.

  • Een Cochrane review die bekkenbodemrevalidatie vergeleek met afwezigheid van behandeling en placebo behandeling toont aan dat deze behandeling werkzaam is. De behandelde vrouwen hadden 8 keer meer kans zich genezen te verklaren$​​​​​​.
  • Een andere Cochrane review onderzocht de verschillende methoden van bekkenbodemrevalidatie in de behandeling van urine-incontinentie, voornamelijk stress-incontinentie, bij vrouwen. De kwaliteit van de beschikbare gegevens laat hen niet toe een bepaalde methode naar voren te schuiven$​​​​​​.
  • Een derde systematische review van de Cochrane Collaboration vergeleek de combinatie van bekkenbodemrevalidatie met een andere actieve behandeling ten opzichte van alleen de actieve behandeling om urine-incontinentie (inspannings-, urge- of gemengde incontinentie) bij de vrouw te behandelen. De actieve behandeling kon bestaan uit een andere fysiotherapeutische methode (blaastraining, vaginale kegel, pessarium, elektrostimulatie) of een medicamenteuze behandeling. Er waren onvoldoende gegevens om vast te stellen of de toevoeging van bekkenbodemrevalidatie bijkomende winst opleverde ten opzichte van de actieve behandeling alleen$​​.
  • Bekkenbodemoefeningen gecombineerd met $  blijken werkzamer te zijn op vlak van genezing (NNT van 6 à 7) en verbetering van de incontinentie (NNT van 10) vergeleken met bekkenbodemoefeningen alleen$​​​​​​.

Een systematische review van de Cochrane Collaboration onderzocht de werkzaamheid van leefstijlaanpassingen (gewichtsverlies, dieetmaatregelen, gecontroleerde vochtinname, verminderen van bruisende, cafeïnerijke of alcoholhoudende dranken, behandeling van obstipatie, rookstop en lichaamsbeweging) bij de behandeling van urine-incontinentie bij volwassenen. De meeste geselecteerde gegevens hadden betrekking op maatregelen voor gewichtsverlies (n = 4701 op een totaal van 5974). De bewijzen uit de analyse worden als zwak tot zeer zwak bestempeld. Sommige gegevens wijzen op winst door gewichtsverlies, maar niet alle gegevens kunnen worden geanalyseerd ten gevolge van methodologische beperkingen in de geselecteerde studies. De auteurs concluderen dat de bewijzen voor een positief effect van gewichtsverlies momenteel onderzocht worden en er dringend nood is aan aanvullend onderzoek$​​​​​​​.

Conclusie

Er zijn geen goede bewijzen voor een gunstig effect van gewichtsverlies op urine-incontinentie bij volwassenen.

Onafhankelijk van het type urinaire incontinentie worden op basis van expertconsensus (soms opgenomen in praktijkrichtlijnen) algemene maatregelen aanbevolen zoals een vochtinname van 1.5L per dag, bruisende, alcoholische of caffeïnerijke dranken vermijden, behandeling van obstipatie, stoppen met roken$​​​​​​​​​​$​​​​​​​​​​$​​​​​​​​​​$​​​​​​​. Deze algemene maatregelen zijn slecht onderbouwd : er is geen bewijs van enig effect, noch is er bewijs dat er geen effect is$​.

Bij falen van conservatieve therapie, kan een chirurgische aanpak (elevatie van de urethra en van de blaashals) overwogen worden. Deze biedt een hoge graad van genezing, maar er is nog steeds discussie over de meest aangewezen operatietechniek$​​​$$​​​$​.

Niet geselecteerd

Duloxetine heeft een beperkte werkzaamheid en de baten wegen niet op tegen de risico's$​​​​​​​​$​​​.

Werkzaamheid
De plaats van duloxetine op lange termijn is niet duidelijk.
Een Cochrane review rapporteert kleine verschillen qua frequentie van incontinentie episodes en quality of life op korte termijn, vergeleken met placebo$​​​​​​​​ : 

  • 1 Incontinentie-episode minder per dag en 5 punten op 100 beter op een schaal die naar levenskwaliteit peilt10. Met duloxetine moeten 7 patiënten gedurende 12 weken behandeld worden om de incontinentie van 1 extra patiënt te verbeteren. Duloxetine is niet werkzamer dan placebo op vlak van genezen van de incontinentie, zowel subjectief als objectief gemeten.

Veiligheid
Ongewenste effecten zijn anticholinergisch : nausea, monddroogte, moeheid, slapeloosheid en obstipatie$​​​​​​​​.

Werkzaamheid
Gegevens over de werkzaamheid van imipramine zijn zeer beperkt.

Veiligheid
Imipramine is zeker niet aanbevolen bij ouderen omwille van zijn ongewenste effecten (anticholinerge effecten, orthostatische hypotensie en, bij overdosering, aritmieën die fataal kunnen zijn)$​​. 

Werkzaamheid
Over de werkzaamheid van α-adrenerge geneesmiddelen zoals pseudo-efedrine zijn weinig gegevens beschikbaar.

Veiligheid
Ernstige ongewenste effecten (arteriële hypertensie, aritmieën) zijn mogelijk met dit adrenerge geneesmiddel$​​.